Uit onderzoek van Morgan et al. blijkt dat slechts 50% van alle presbyope contactlensdragers multifocale lenzen krijgt aangepast, en 10% monovisie. Waarom kiezen lensdragers, en aanpassers, niet vaker voor een multifocaal systeem? Dat vragen Amy Dinardo en Trevor Fosso zich af in Contact Lens Spectrum. In een onderhoudend betoog Multifocal Contact Lens Success: Fact or Fiction? zetten zij een aantal factoren op een rij, en kijken naar de zin en onzin van enkele stellingen. Zoals: 'alle multifocale zachte lenzen zijn hetzelfde'. Niet dus, volgens de auteurs die dit onderzochten met speciale apparatuur. Ook kijken zij bijvoorbeeld naar 'is monovisie superior aan multifocale lenzen?'. De stereopsis met multifocaal is veel beter, en suboptimale stereopsis met monovisie kan leiden tot verminderd zicht en contrastverlies, moeilijker dagelijkse activiteiten uitvoeren en een verhoogde kans op contact lens dropouts, stellen zij in dit artikel. Pete Kollbaum en Arthur Bradley in Review of Cornea & Contact Lenseskijken naar de optische eigenschappen - en eisen - van het oog van de presbyoop en welke rol multifocale lenzen kunnen spelen. Aanpassers gaven in een enquête aan dat bijna de helft van hun lensdragers, visuele prestatie als een van de belangrijkste factoren voor succesvol lensdragen aangaven.  

Ji et al. publiceerden in Eye & Contactlens een artikel onder de titel Comparison of Surface Roughness and Bacterial Adhesion Between Cosmetic Contact Lenses and Conventional Contact Lenses. Ze keken naar de mechanische karakteristieken van het lensoppervlak van kleurlenzen en van conventionele zachte lenzen. Er werd een verhoogde ruwheid van het materiaal gevonden bij kleurlenzen, en ze stelden vast dat een verhoogde ruwheid leidt tot een verhoogde S. aureus and P. aeruginosa binding aan dat materiaal.